‘Eerst stellen we wat algemenere vragen, voor we informeren naar anale seks’

Het zijn slechts drie vragen, maar er is jaren naartoe gewerkt. Vanaf dit jaar krijgen alle mensen die bloed doneren drie vragen over hun seksleven, om te bepalen hoe hoog het risico is dat er hiv of hepatitis B in hun bloed zit. „Dat is een enorm traject geweest”, zegt arts-microbioloog Hans Zaaijer, onderzoeker bij bloedbank Sanquin en hoogleraar bloedoverdraagbare infecties.

Het betekent het einde van veertig jaar discriminatie bij de bloedbank. Sinds de jaren tachtig worden mannen die seks hebben gehad met mannen uitgesloten van bloeddonatie, omdat het risico op hiv en andere overdraagbare virussen te hoog was. Geoorloofde discriminatie weliswaar, oordeelde het mensenrechtencollege, maar toch. De roep uit de samenleving die ongelijke behandeling tot een minimum te beperken klonk steeds luider.

Tot 2015 mocht een man nooit meer bloed doneren als hij ook maar één keer in zijn leven seks had gehad met een andere man. Daarna werd dat ‘in het afgelopen jaar’, in 2019 ‘de afgelopen vier maanden’ – bloedtests werden steeds nauwkeuriger. Sinds september 2021 mogen ook mannen in een monogame, homoseksuele relatie bloed doneren, zonder dat ze zich eerst maanden moeten onthouden van seks.

Sommigen moesten huilen toen we aankondigden het beleid te gaan versoepelen

Nu volgt de laatste versoepeling: iedereen, ongeacht seksuele geaardheid, moet dezelfde vragen beantwoorden: ‘Heeft u de afgelopen vier maanden seks gehad met een nieuwe partner?’ en ‘Heeft u de afgelopen vier maanden seks gehad met meerdere partners?’ Als één van die vragen met ‘ja’ wordt beantwoord, volgt een derde vraag: ‘Was dat anale seks?’ Wie ook daarop ‘ja’ antwoordt, mag vier maanden geen bloed doneren.

Oftewel: het maakt niet meer uit of je met mannen of vrouwen seks hebt, maar met hoeveel, en hoe. Niet seksuele geaardheid is leidend, maar seksueel gedrag.

„We hebben hier jaren aan gewerkt”, zegt Zaaijer. „Want het is zowel een epidemiologische als een filosofische discussie.” Een ethisch-filosoof en rechtsfilosoof wogen elke mogelijke beleidskeuze af, met aan de ene kant het recht om niet gediscrimineerd te worden en aan de andere kant het recht op gezondheid.

Zaaijer heeft zelf ook een „verwarrende” ontwikkeling doorgemaakt, zegt hij. „Ik heb de opkomst van hiv in 1981 meegemaakt. Pas in 1985 konden we bloed daarop testen. Ik kom uit de tijd dat we hiv-infecties via bloed koste wat kost wilden voorkomen door homomannen uit te sluiten. Pas later besefte ik: discriminatie is óók leed en schade.”

Maar zomaar iedereen naar hun seksleven vragen, kan ook niet. Hoezeer is dat een inbreuk op iemands privéleven? En hoe gedetailleerd mogen die vragen zijn? „Vandaar de tweetrapsraket: eerst stellen we algemenere vragen, voor we vragen naar anale seks. Van de filosofen heb ik wel geleerd: een vraag beleefd stellen moet altijd kunnen.

„Daarnaast wordt het probleem steeds kleiner: het aantal infecties met hiv en hepatitis B neemt al jaren af. En bloedtests zijn verbeterd. De periode dat iemand hiv kan overdragen, maar dat het virus nog niet te meten is, is verkort tot vijf dagen. Hepatitis B kan maanden onopgemerkt blijven, vandaar dat je vier maanden niet mag doneren als je risicovolle seks hebt gehad.”

Wat is nu het risico op hiv door bloedtransfusie?

„Theoretisch komt er nu nog één hiv-besmetting voor per dertig jaar. De laatste beleidswijziging heeft daar een verwaarloosbare invloed op.”

Hoeveel zin heeft het dan nog om überhaupt vragen over seksueel gedrag te stellen?

„Elk jaar vinden we nog nul, één of twee hiv-infecties bij bestaande donoren – ook bij nieuwe donoren, maar die houden we tegen aan de poort. Een positieve hiv-test bij een bestaande donor betekent dat de vorige donatie met geïnfecteerd bloed kán zijn geweest. De kans is zoals gezegd klein, maar is er wel degelijk.”

„We weten ook niet of het aantal infecties in de samenleving in de toekomst gaat veranderen.”

Was er ook weerstand?

„Twee jaar geleden hadden we een bijeenkomst met mensen die hiv hadden gekregen via bloeddonatie, en met nabestaanden van mensen die daardoor waren overleden. Sommigen moesten huilen toen we aankondigden het beleid te gaan versoepelen. Tegelijkertijd snapten zij ook wel dat het kon en moest.”

„We kunnen niet zeggen of er mensen zijn gestopt met doneren vanwege de nieuwe vragen. Je hoeft niet aan te geven waarom je stopt. Ook weten we niet hoeveel homoseksuele donoren erbij zijn gekomen: we vragen immers niet naar geaardheid.”


Lees ook
Eindelijk mag de naald de arm van Egge in

<strong>Bloedzakken bij de bloedbank Sanquin. </strong>Mannen in een monogame relatie met een andere man mogen sinds 1 september bloeddonor worden. </p>
<p>Foto Koen van Weel/ANP</p>
<p>” class=”dmt-article-suggestion__image” src=”http://nltoday.news/wp-content/uploads/2024/01/ac280c298eerst-stellen-we-wat-algemenere-vragen-voor-we-informeren-naar-anale-seksac280c299.jpg”><br />
</a> <dmt-util-bar article=